Beperking bewegingsvrijheid

Beperking bewegingsvrijheid

Beperking om het eigen leven in te richten

KC23-044 04 december 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Instelling : Pompestichting
Klachtnummer : KC23-044
Datum ontvangst klacht : 20 november 2023
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Datum hoorzitting : 29 november 2023
Datum beschikking : 04 december 2023

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klager)

[XX] (PVP)

 

[XX] (verweerder A/psycholoog)

[XX] (verweerder B/jurist)

 

[XX] (voorzitter)

[XX] (psychiater)

[XX] (jurist)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Ingediende klacht

  1. Beperking bewegingsvrijheid
  2. Beperking vrijheid het eigen leven in te richten

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 20 november 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg. Diezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor een hoorzitting.

De klachtencommissie heeft op 24 november 2023 het verweer ontvangen en de volgende dag doorgestuurd naar partijen.

 

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 29 november 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de commissie uiterlijk 04 december 2023 uitspraak zal doen.        

 

De klachtencommissie heeft met toestemming van klager inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Machtiging transmuraal verlof d.d. 08-05-2023;

-           Beslissing dwangbehandeling d.d. 09-11-2023;

-           Box 5: aanvraag verlofmobiliteit;

-           Zorgplan d.d. 11-09-2023;

-           Afspraken controle mediamiddelen d.d. 10-11-2023;

-           Huisregels [afdeling] d.d. 12-09-2023;

-           Beleid financiën [afdeling] d.d. 22-10-2023;

-           Teamrapportage 25-10-2023 t/m 17-11-2023;

-           Klacht en uitspraak beklagcommissie, d.d. 24-11-2023.

 

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man bekend met een borderline persoonlijkheidsstoornis.                                   

De klachtencommissie heeft geen reden te twijfelen aan deze op medisch deskundig psychiatrisch onderzoek gebaseerde diagnose.

 

 

Verslag van de hoorzitting

De voorzitter opent de vergadering en alle partijen stellen zich voor.

 

Standpunt van klager

Klager is het niet eens met de inname van zijn bankpassen en het verwijderen van de bank app op zijn telefoon. Hij vindt dat hij onnodig risico heeft gelopen op extra kosten vanwege het niet tijdig betalen van abonnementen of andere verplichtingen. Ook heeft hij door het verwijderen van de app geen inzicht meer in zijn eigen bankzaken. Inmiddels heeft klager de bankpassen en de app weer terug. Wel is de vrijheidsbeperking nog aanwezig. Binnen de kliniek mag hij werkzaamheden doen, maar hij mag geen boodschappen doen buiten. Klager geeft aan dat deze vrijheidsbeperking opnieuw een week is opgeschoven omdat verweerder bang is voor zijn reactie op het besluit van de klachtencommissie en op het gesprek met advocaat dat binnenkort plaatsvindt.  

De PVP vult aan dat klager een beheer rekening heeft en een zogenaamde buitenrekening. Vanuit de beheerrekening maakt klager geld over naar de buitenrekening. Vanaf de buitenrekening betaalt hij o.a. abonnementen. Klager ervaart de maatregelen als erg ingrijpend. Hij heeft geen controle meer over afschrijvingen. Ondanks dat deze verplichte zorg is beëindigd wil hij daarom de klacht handhaven. Klager is van mening dat er minder ingrijpende maatregelen mogelijk waren geweest. In het verweer wordt benoemd dat behandelaren bang waren voor een verhoogd risico op delicten maar aangezien er vrijheidsbeperkingen zijn opgelegd is de kans op delicten nihil. Klager was bovendien bereid om zijn bank app te laten controleren, aldus PVP.

 

Standpunt van verweerder

Ten aanzien van het verwijderen van de bank app en inname van de bankpassen pasjes merkt verweerder A op dat aan klager is aangeboden om samen met mentoren zijn rekeningen te kunnen inzien. De enige opgelegde beperking was dat klager niet zelfstandig geld kon overmaken. Geprobeerd is om samen met klager afspraken te maken over zijn betalingen maar op enig moment bleek dat hij geld wilde overmaken naar een vrouw waar hij kortstondig mee in contact was.

Toen klager zich niet aan die afspraken hield is er door behandelaar ingegrepen. Klager had toen geld overgemaakt naar, wat later bleek, een frauduleuze dame. De opgelegde verplichte zorg had dus als doel om klager te beschermen. Los van het risico op financiële schade noemt verweerder A dat dit soort situaties voor klager op korte of langere termijn veel spanningen meebrengt.

Er was sprake van ernstig nadeel vervolgt klaagster en de maatregelen waren derhalve proportioneel, doelmatig en subsidiair. Toen klager zelf inzag dat de vrouw een oplichtster was, zijn de vrijheden weer teruggegeven aldus verweerder A.  

 

Verweerder B licht toe dat klager juridisch valt onder hoofdstuk 9 van de Wvggz. De situatie is complex omdat klager ook onder het regime valt van TBS met voorwaarden. Op de achtergrond speelt dus zowel de Wvggz, als ook het TBS-regime. Verweerder B is van mening dat de klacht over beperking bewegingsvrijheid niet valt onder de bevoegdheid van deze commissie. Voor klager is het effect hetzelfde maar het juridisch kader is anders, aldus verweerder B.

Verweerder A geeft aan dat het verlof van klager is ingetrokken nadat hij zich aan de voorwaarden had onttrokken. Hij was niet in de samenwerking, er was geen openheid en er was sprake van veel spanning en geladenheid door het contact met deze vrouw. Deze beperkingen worden slechts voor korte tijd opgelegd, aldus verweerder.

 

Ondanks dat de maatregelen ervoor gezorgd hebben dat de financiële schade voor klager zeer beperkt is gebleken, blijft klager bij zijn standpunt dat het geen passende maatregelen waren. Klager benoemt dat zijn doel is om op termijn weer zelfstandig te gaan wonen. Hij wil leren van zijn fouten. Klager verwacht nog steeds foutjes te maken maar de huidige betutteling en het gepamper helpen hem niet verder, vindt hij. Er is sprake van teveel bescherming, aldus klager. De buitenwereld is hard, maar je moet ook de kans krijgen om te leren van je fouten. Klager benadrukt dat hij geleerd heeft van deze situatie en inmiddels al meerdere mensen heeft aangemeld als fraudeurs. Klager benoemt dat hij financieel in de plus staat. Een paar jaar geleden had hij schulden. Hij gaat dus veel beter om met geldzaken, aldus klager.

Wel heeft klager nog steeds het gevoel dat hij in de gevangenis zit omdat hij niet naar buiten mag.  

 

Verweerder B bevestigt op een vraag van de commissie dat de dwangbehandeling op 17 november 2023 beëindigd is. Met klager is afgesproken dat mentoren iedere twee weken inzage krijgen in zijn bankrekeningen. Dit is onderdeel van het zorgplan en klager heeft hiermee ingestemd.

Zij bevestigt dat de bankpassen zijn ingenomen en de app is verwijderd op basis van artikel 50 lid 3 Beginselenwet ter beschikking gestelden (hierna: Bvt). Zij verwacht dat de klachtencommissie niet bevoegd is om die klacht te behandelen en benoemt dat deze mogelijk voorgelegd zal worden aan de beklagcommissie.  

De klacht over de beperking van de bewegingsvrijheid valt ook onder de transmurale voorwaarden aldus verweerder A. Zij benoemt dat de vrijheidsbeperking niet gestart is in oktober, omdat klager begin november nog buiten is geweest. Aanleiding was het feit dat klager niet meer in de samenwerking was. De vrijheden waren al eerder ingetrokken om andere redenen, aldus verweerder A.  

Verweerder B vult aan dat de beperking vrijheden binnen het transmurale kader valt. Het transmurale kader blijft staan maar de onbegeleide vrijheden daarbinnen zijn wel stilgelegd op grond van artikel 50 lid 3 Bvt.

Klager licht in de tweede ronde nog toe dat hij zelf akkoord is gegaan met twee wekelijkse inzage in zijn buitenrekening. Hij was daar wettelijk niet toe verplicht, aldus klager. Wel verbaast het hem dat het nu opeens is opgenomen in het zorgplan.

Verweerder A. beaamt dat klager dit op vrijwillige basis heeft gedaan. In het financieel beleid van de Pompestichting valt klager in categorie 3. Daar heeft hij mee ingestemd aldus verweerder, en is ook van belang voor hem om zo, via het transmurale verlof, hier te kunnen blijven wonen.

Anders zou klager het risico lopen dat hij terug moet naar de kliniek. Verweerder A benadrukt dat ze steeds in overleg zijn met klager om te borgen dat zijn verblijf voortgezet kan worden.

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

 

Juridisch kader
Wvggz
Aan klager is ingevolge artikel 37b Wetboek van Strafrecht tbs met dwangverpleging opgelegd. Klager verblijft per 12 september 2023 in het kader van transmuraal verlof binnen de [naam locatie en afdeling], een accommodatie waar zorg wordt verleend op basis van de Wvggz.

Op grond van artikel 9:1 lid 1 Wvggz, wordt een persoon die in een accommodatie verblijft en aan wie tevens de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd, voor de toepassing van de Wvggz vanaf het moment van opname in de accommodatie aangemerkt als betrokkene aan wie op grond van een zorgmachtiging verplichte zorg strekkende tot opname wordt verleend.

Ten aanzien van deze persoon is voor zijn verblijf in de accommodatie en de behandeling van zijn psychische stoornis het bepaalde in hoofdstuk 9 Wvggz van toepassing.

Art. 9:5 Wvggz bepaalt dat behandeling van de betrokkene slechts plaatsvindt: a) voor zover deze is voorzien in het zorgplan, b) indien het overleg over het zorgplan tot overeenstemming heeft geleid, en c) indien betrokkene zich niet tegen behandeling verzet. De leden 1 tot en met 4 van het opvolgende art. 9:6 Wvggz luiden:

“1. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 9:5, onderdelen b en c, kan niettemin behandeling plaatsvinden:

  1. voor zover aannemelijk is dat zonder die behandeling het ernstig nadeel dat de psychische stoornis van betrokkene doet veroorzaken niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen, of
  2. voor zover dit volstrekt noodzakelijk is om het ernstig nadeel dat de psychische stoornis van betrokkene binnen een accommodatie doet veroorzaken, af te wenden.
  3. Behandeling overeenkomstig het eerste lid vindt plaats krachtens een schriftelijke en gemotiveerde beslissing van de zorgverantwoordelijke.
  4. Artikel 8:9 is van overeenkomstige toepassing op de behandeling.
  5. Bij een behandeling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt in de beslissing, bedoeld in het tweede lid, vermeld voor welke termijn zij geldt. De termijn is zo kort mogelijk maar niet langer dan drie maanden, gerekend vanaf de dag waarop de beslissing tot stand komt.”

    Op grond van artikel 10:3 lid 1 sub u Wvggz kan een schriftelijke en gemotiveerde klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van – onder meer – artikel 9:6 Wvggz.

    Beginselenwet ter beschikking gestelden
    Op grond van artikel 50 lid 3 Bvt kan het hoofd van de instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden het verlof intrekken, indien dit noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen of indien de ter beschikking gestelde een bepaalde voorwaarde niet nakomt.

Uit de door verweerder aangeleverde verlofwaarden (zie ‘BOX 5 AANVRAAG VERLOFMODALITEIT EN VERLOFPLAN, 5.1: Verlofmodaliteit en grenzen gewenste machtiging, Transmuraal verlof t.b.v. verblijf op de Longcare afdeling van de Pompestichting’) kan het volgende worden opgemaakt in artikel 5.3:

 

5.3: Verlof gerelateerd risicomanagement

Verlofvoorwaarden

Bij overgang naar de [naam] afdeling blijven de volgende voorwaarden onverminderd van kracht:

- Betrokkene volgt (naar vermogen) het voor hem geïndiceerde programma.

- Betrokkene stelt zich open, betrouwbaar en controleerbaar op. Hij houdt zich aan de regels en afspraken.

- Betrokkene stelt zich begeleidbaar op en er is geen patroon van grensoverschrijdende gedragingen van agressieve aard (verbaal noch fysiek).

- Betrokkene bespreekt de vroegsignalering in mentorgesprekken waarbij hij openheid geeft over wat er in hem omgaat.

- Betrokkene onthoudt zich van gebruik van middelen en werkt mee aan controles hierop. Betrokkene wordt eenmaal per zes maanden at random gecontroleerd middels een UC en of een blaastest. Op indicatie (bijvoorbeeld wanneer er vermoedens zijn van gebruik) kan een extra controle plaatsvinden of kan de frequentie worden aangepast.

- Verloven worden gestructureerd voor- en nabesproken, zolang het behandelteam dit noodzakelijk acht. Er is sprake van doelgerichte verloven. Doel, tijd en structuur van de verloven wordt besproken. - Voorafgaand aan elk verlof zal een conditie-inschatting worden gemaakt, o.a. aan de hand van de signalenkaart/vroegsignalering, op basis waarvan bepaald wordt of betrokkene op verlof kan gaan.

- Betrokkene stelt het behandelteam op de hoogte wanneer hij nieuwe contacten aangaat en laat deze screenen door FMW volgens de geldende regels. Wanneer betrokkene contact wil opbouwen met iemand doet hij dit in openheid en voegt zich naar de door het behandelteam geïndiceerde begeleiding.

- Indien betrokkene een externe werkgever heeft, zorgt hij dat hij hier een contactpersoon heeft, die op de hoogte is van zijn achtergrond en met wie de kliniek regelmatig contact kan onderhouden. Betrokkene komt op tijd op zijn werk en functioneert daar zonder conflicten.

- Het is niet toegestaan voor betrokkene om zonder aanwezigheid van een andere volwassene in contact te treden met minderjarigen. Wanneer minderjarigen ongevraagd contact zoeken met betrokkene houdt hij dit contact af en stapt hij uit de situatie. Tevens meldt hij dit bij het behandelteam.

- Bij gestructureerde vrijetijdsbesteding is er een contactpersoon die over de aanwezigheid en de inzet van betrokkene kan terugkoppelen.

- Betrokkene draagt een mobiele telefoon bij zich waardoor hij te allen tijde bereikbaar is voor de kliniek. Wanneer verlof onverhoopt anders loopt dan afgesproken is betrokkene verplicht contact met de kliniek op te nemen en te overleggen wat te doen. Op indicatie kan betrokkene gevolgd worden middels een GPS tracker/volg app op telefoon of kan sociotherapie (beeld)bellen.

- Betrokkene werkt mee aan controles van zijn mobiele telefoon, computer en andere mediadragers en wist zijn berichthistorie en belcontacten niet tot het moment dat dit hem toegestaan wordt.

 

Aanvullende voorwaarden voor transmuraal verlof zijn:

- Betrokkene werkt mee aan controle van media-middelen.

- Betrokkene houdt zich aan de huis- en afdelingsregels en conformeert zich aan de individuele afspraken welke zijn opgenomen in het behandelplan.’

 

Binnen dit transmuraal verlofkader beschikt klager tevens over onbegeleid verlof, dat ziet er als volgt uit: ‘Wanneer de machtiging voor transmuraal verlof afgegeven wordt, en de [naam] afdeling van de Pompestichting geopend wordt, kan betrokkene in de gelegenheid gesteld worden om over te gaan. Hierbij is sprake van een warme overdracht tussen het behandelteam van de kliniek en van de [naam] afdeling, waar betrokkene al bekend is. Betrokkene beschikt thans over onbegeleide verloven voor werk, boodschappen, ziekenhuisafspraken, vrijetijdsbesteding en netwerkbezoek. Ook binnen de [naam] zal betrokkene de mogelijkheid krijgen om bij goed verloop van de overgang ook daar zijn onbegeleide verlofpakket te praktiseren, waarbij de psychische conditie van betrokkene en samenwerking met het nieuwe team leidend zullen zijn.’

 

Op grond van artikel 56 Bvt kan een betrokkene bij de beklagcommissie beklag doen over de intrekking van verlof als bedoeld in artikel 50 lid 3 Bvt, indien het verlof op het moment dat het wordt ingetrokken een aaneengesloten periode van meer dan een week heeft geduurd.

 

De vraag die de klachtencommissie dient te beantwoorden is of in deze zaak de Wvggz dan wel de Bvt van toepassing is, anders gezegd of de beslissingen van de behandelaar van klager om de vrijheden van klager te beperken gestoeld zijn op artikel 9:9 Wvggz dan wel samenhangen met de verlofvoorwaarden behorend bij het transmurale verlofkader van klager op grond van artikel 50 lid 3 Bvt. Om de klachten te kunnen beoordelen zijn tijdens de hoorzitting nadere vragen gesteld aan zowel klager als verweerder. De klachtencommissie is van oordeel dat de beslissingen van de behandelaar samenhangen met de verlofvoorwaarden behorend bij het transmurale verlofkader en overweegt daartoe het volgende.

Aan klager is tbs met (dwangverpleging) bevolen. De vrijheidsbeneming van klager vindt derhalve plaats op basis van deze strafrechtelijke titel. Aan de maatregel wordt uitvoering gegeven onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie en Veiligheid. FPC Pompestichting is verantwoordelijk voor de behandeling. De klachtencommissie stelt vast dat de voorwaarden voor het transmurale verlofkader van kracht zijn ongeacht de fase van verlof waarin een klager zich op basis van het verlofbeleid bevindt. De transmurale verlofvoorwaarden maken deel uit van het risicomanagement in het kader van de opgelegde Tbs-maatregel en beogen te waarborgen dat de Tbs-gestelde op een veilige manier wordt voorbereid op zijn terugkeer in de maatschappij. Wanneer de klager zich niet houdt aan één of meer van deze transmurale verlofvoorwaarden kan de behandelaar geen inschatting maken of de voorbereiding op de beoogde terugkeer in de maatschappij op een veilige en verantwoorde manier kan plaatsvinden en zal de behandelaar het niet verantwoord vinden dat klager op verlof gaat.

In de onderhavige zaak staat vast dat klager zich niet aan de transmurale verlofvoorwaarden heeft gehouden. Hij heeft niet meegewerkt aan afspraken rondom telefoongebruik, financiën en controles. Het vorenstaande is een beperking in vrijheid eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat klager iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen. Om die reden is het verlof op grond van artikel 50 lid 3 Bvt ingetrokken. Het hoofd van de instelling kan het verlof intrekken, indien dit noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen of indien de ter beschikking gestelde een bepaalde voorwaarde niet nakomt.

Omdat klager zich niet aan de eerder opgesomde transmurale verlofvoorwaarden heeft gehouden, is zijn verlof ingetrokken. Dit in het kader van veiligheid en om risico tot delictgedrag en ontvluchting te voorkomen. Nu de beslissing van de behandelaar naar het oordeel van de klachtencommissie gebaseerd is op de verlofwaarden behorend bij het transmuraal verlofkader en niet op artikel 9:6 Wvggz, is het klachtrecht op grond van de Wvggz evenmin van toepassing.

De commissie concludeert dat de klacht van klager ziet op beslissingen van op grond van artikel 50 lid 3 Bvt, te weten het intrekken van verlof wegens het niet nakomen van de transmurale verlofvoorwaarden door klager. Eventuele klachten over het intrekken van verlof dienen op grond van artikel 56 lid 2 sub a Bvt ingediend te worden bij de beklagcommissie.

Op basis hiervan is de klachtencommissie onbevoegd deze klachten inhoudelijk te behandelen.


Uitspraak

De klachtencommissie verklaart zich onbevoegd.


Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

 

[XX]

(Wnd.) voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 04 december 2023

Aantal bladzijden: 7